Verslag workshop op de Boerenlandbouw Conferentie 2024
Agro-ecologie gaat niet alleen over voedsel. Helen de Bruijn en Amir Mousavi experimenten op de Wageningen Student Farm met planten die tot stoffen of tot verf gemaakt kunnen worden. Zij onderzoeken het het cultiveren, verwerken en verven van en met verschillende inheemse planten.
Steeds vertelt een van de twee over de eigenschappen van een plant of het proces van stoffen verven. Ze bespreken over de rol van tanines uit walnotenschillen en eikengallen, over beitsen, het verschil tussen cellulose vezels zoals katoen of eiwitvezels zoals wol, gebluste kalk, en wanneer bij welke kleur tanines gebruikt moeten worden of juist een zout.
De ander is dan bezig met pannetjes op het vuur zetten, het afwegen van hoeveelheid kleurstof, roeren in de pannetjes waar de kleurstof inmiddels inzit. Zo nu en dan wordt een van de aanwezigen gevraagd een katoendraad in de kleurstof te doen. Eerst rood, de volgende in indigo, weer een volgende doopt een indigodraad in de pan met gele kleurstof afkomstig van een kamilleplant. Indigo wordt weer in rood gedoopt. Geel, paars, groen… tot we een regenboog hebben. Het lijkt op scheikundeles, of kookles. Of een combinatie daarvan.
Spelen met kleur en verf blijft leuk. Maar de vraag is hoe de inzichten van deze studenten toegepast kunnen worden op de tuinderij.Helen en Amir zien vele mogelijkheden.Meekrap, waarvan de gedroogde wortel wordt gebruikt als rode verf, is bijvoorbeeld een goede inheemse grondbedekker.Ook kun je de activiteiten op de tuinderij verbreden voor de oogstgenoten: door samen te verven met planten, heb je opnieuw de mogelijkheid een groter verhaal te vertellen. Over hoe we afhankelijk zijn van grote vervuilende industrieën, maar ook over hoe zelfvoorzienendheid in bredere zin voorhanden is. De kennis is er, nu nog – opnieuw – met elkaar in praktijk brengen: de praktijk van stoffen verven met de kleurstof van planten dateert al van voor de neolithische revolutie.